Het verhaal van Clara
- mamadanielle
- 31 aug
- 4 minuten om te lezen
Moeder en dochter, slachtoffers van een onrechtvaardig systeem

Na een postnatale depressie heb ik mijn dochter toevertrouwd aan de familie van haar vader. Ik ben een moeder die slachtoffer is geworden van ouderverstoting, gevolgd door ouderontvoering, zonder enige geldige reden, door de Belgische justitie. Na dertien jaar strijd heb ik geleidelijk aan mijn bezoekrechten herwonnen tot een gedeeld verblijf. Zonder deze strijd was ik een vreemde gebleven in het leven van mijn dochter. Toch heb ik, ondanks al die jaren, nog steeds het gevoel dat mijn gevecht om mijn dochter te mogen zien wordt genegeerd.
In de communicatie heeft de familie van de vader, die inmiddels fungeert als pleeggezin ondanks een geleidelijke, goedgekeurde terugkeer naar mij, steeds meer invloed gekregen. Hun verhaal, goed verwoord en overtuigend, kreeg uiteindelijk meer gewicht dan mijn stem als moeder. Stilaan lijkt het alsof de jeugdzorgmedewerker zich door hun versie heeft laten leiden, waardoor de band met mijn dochter bijna volledig werd verbroken.
Eind 2024 kreeg ik via e-mail, zonder te zijn opgeroepen of gehoord, te horen dat ik het hoederecht over mijn dochter kwijt was. Enkele maanden daarvoor werd ik tijdens een zitting, in aanwezigheid van mijn dochter, beschuldigd van manipulatie. De rechtbank begrijpt niet dat ik niet degene ben die mijn dochter bang maakt. Ik vermoed dat er sprake is van een bewijs dat uit zijn context is gehaald en nooit werd voorgelegd. Ik ging niet meteen in beroep, omdat ik dacht dat ik mijn dochter tijdens de vakanties zou zien. Dat bleek een vergissing.
Midden 2024 had ik zelf, uit eigen initiatief, een afspraak aangevraagd bij de jeugdrechtbank (SPJ), waar mij werd beloofd dat de jeugdzorgmedewerker mij een maand voor de zittingen toegang zou geven tot het dossier en het recht op wederhoor. Pas eind 2024 vernam ik dat ik mijn dochter nog maar vier dagen per jaar mocht zien. Toen ik in beroep ging, verlaagde het hof mijn bezoekrecht tot twee dagen per jaar, onder het voorwendsel dat mijn dochter zou beven wanneer ze mij ziet. Dat is onwaar, want we hebben elkaar omhelsd en ik zei haar: āWat er ook gebeurt, ik hou van je.ā
Na dat beroep kreeg ik zelfs dreigementen dat ik mijn ouderlijke rechten zou verliezen als ik naar het Hof van Cassatie zou stappen of naar het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. De reden die ze aanhaalden was dat ik mijn dochter āniet zou beluisterenā, terwijl ik juist vroeg dat het oordeel van de expert, die een moeder-dochtertherapie aanbeveelt, zou worden gevolgd.
Het lijkt erop dat de jeugdzorgmedewerker, ondanks alles wat ik probeer, met haar voortdurend negatieve verslagen ā en samen met de advocaat van het kind, die ik mijn dochter hoorde beĆÆnvloeden vóór de zitting ā haar heeft doen geloven dat ik een toxische en manipulatieve moeder ben, van wie ze zich moet losmaken. Volgens mijn vermoeden is hun mening gebaseerd op een foutief en uit zijn context gehaald bewijs (een ruzie met mijn eigen moeder, buiten aanwezigheid van mijn dochter), en hebben ze me daardoor als manipulatief en schadelijk bestempeld. Dit ondanks een officieel psychologisch rapport en de verklaringen van mijn eigen psychologen.
De bewering dat ik mijn dochter niet zou beluisteren is bovendien absurd, want ik vraag net dat men het advies volgt van de expert die moeder-dochtertherapie aanraadt.
Vandaag blijven er mij slechts enkele bezoekdagen per jaar. We beleven samen mooie momenten, maar overnachtingen zijn niet meer toegestaan en niemand geeft mij enige uitleg. Tijdens een zitting in het midden van 2024 ontdekte ik bovendien dat het niet goed ging met mijn dochter, terwijl de jeugdzorgmedewerker eerder het tegenovergestelde beweerde. Ik werd als onstabiel bestempeld omdat ik moest huilen toen ik dat vernam, zonder enige uitleg vooraf. Alles werd tegen mij gebruikt, zelfs elementen uit mijn familiegeschiedenis die niets met mijn dochter te maken hebben.
Wanneer ik erover spreek, word ik als labiel weggezet. In plaats van hulp op een menselijke en ondersteunende manier, word ik veroordeeld. Wat ik ook doe, het is altijd te veel of te weinig. Ik heb geen keuze, want anders verlies ik al mijn ouderlijke rechten. En dat alles zonder enig bewijs. Mijn psychologen zeggen steeds opnieuw dat ik stabiel ben, gewoon uitgeput en gestrest door een procedure die al veertien jaar aansleept. Dat ene moment van emotionele instorting, buiten aanwezigheid van mijn dochter, was een geĆÆsoleerd incident, veroorzaakt door herhaalde onrechtvaardigheid en uitputting. Maar het heeft nooit mijn liefde voor haar of de stabiliteit van onze band in twijfel getrokken.
Ik heb zelfs bemiddeling voorgesteld om deze strijd te stoppen. Maar niemand luistert. Mijn dochter heeft nooit gevraagd om mij niet meer te zien.
Er wordt niets voor ons gedaan, en men laat het pleeggezin toe om mij volledig het hoederecht te ontnemen door mij als labiel af te schilderen.
Ik ben een stabiele moeder. Ik ben niet perfect, maar ik ben liefdevol, loyaal en standvastig. Elke beslissing die ik neem, is ingegeven door mijn liefde voor mijn dochter en het verlangen om onze band te beschermen, ondanks de vermoeidheid, de stress en de onrechtvaardigheid.
Clara (schuilnaam)




Opmerkingen